Een goede partij petanque is eenvoudig... zorg dat uw ballen uiteindelijk dichter bij de cochonnet ("but") liggen dan de ballen van uw tegenstander. Wie 13 punten heeft, heeft gewonnen!
Een goede partij petanque is eenvoudig... zorg dat uw ballen uiteindelijk dichter bij de cochonnet ("but") liggen dan de ballen van uw tegenstander. Wie 13 punten heeft, heeft gewonnen!
Een partijtje petanque? Van 1 tegen 1 of met teams van 2 of 3 spelers, er mogen niet meer dan 12 ballen in het spel zijn:
Een goed team: enthousiaste spelers, 100% stalen petanqueballen en de but om uw tegenstanders stijlvol tegemoet te treden!
De reglementaire afmetingen van een petanqueterrein zijn 4 meter breed x 15 meter lang (in sommige gevallen 3m x 12m). Petanque kan op elke ondergrond gespeeld worden (dolomiet, zand, grint, rode leisteen...). Als de bal maar kan rollen!
U bent aan de beurt! De eerste werpronde ("mène") begint:
Bepaal via loting welke speler of welk team begint. U? Dan kiest u het vertrekpunt: teken een cirkel of leg een ring op de grond van 50 cm doorsnede. Iedere speler moet, als het zijn beurt is, in de cirkel gaan staan. Hij mag daar niet uitstappen voordat zijn bal de grond heeft geraakt!
Opgepast: u werpt de but uit op een afstand liggend tussen de 6 en 10 m, en op minimaal 1 m van elk obstakel (muur, boom...).
Tijdens een werpbeurt kan een petanquespeler de but ook "uitgestoten" hebben, dat wil zeggen dat de but buiten het terrein is gestoten. En als men overdrijft... is de werpbeurt ongeldig. En dat geeft spanning! Want indien beide teams nog ballen hebben of integendeel, indien geen van beide teams nog ballen heeft: de werpbeurt is onbeslist en de but gaat naar het team dat zojuist heeft gescoord of dat de loting had gewonnen. Maar mocht één van de teams nog ballen hebben, dan krijgt dat team net zo veel punten als zij nog ballen heeft!
Aan het einde van elke werpbeurt, worden de punten geteld! De bal die het dichtst bij de but ligt, bepaalt welk team punten kan verzamelen.
Men telt vervolgens alle ballen die beter geplaatst zijn (dichter bij de but liggen) dan die van de tegenpartij. Als slechts één van uw ballen dichterbij de but ligt dan de meest dichtbij liggende bal van de tegenstander, dan wint u de werpbeurt met 1 punt! Als twee van uw ballen dichterbij liggen: 2 punten, enz.
Volgende werpbeurt: één van de spelers van het winnende team werpt de but uit vanaf de plaats waar de but zich bevindt. Het spel gaat verder. De werpbeurten volgen elkaar op en de stand loopt op. Als een team 13 punten heeft, heeft zij gewonnen... en is het spel afgelopen!
Een team verliest met 0 tegen 13? Dan moeten de verliezers "Fanny kussen", dat wil zeggen de blote billen van een afbeelding van een vrouw (meestal een beeldje)!
U speelt liever Provençaals petanque dan Provençaals jeu de boules? U speelt met dezelfde ballen maar er zijn 3 belangrijke verschillen met het petanquespel:
Minimaal 4 meter breed x 24 meter lang. De afstand but / cirkel : tussen 12 en 20 m naar gelang van de categorie spelers. Om zijn bal te plaatsen, moet de speler uit de cirkel stappen door 1 pas te maken; om op de bal van een tegenstander te schieten, moet hij er 3 doen.
*Afkomstig uit het Franse petanque reglement FFPJP 2017 dat in 2018 geldig is
**Afkomstig uit het Provençaalse petanque reglement dat in 2018 geldig is